Dit derde nummer van ons tijdschrift biedt een mooi mix van bijdragen. De redactie presenteert het met trots. David van den Berg, Bianca Raijmakers en Arnold Scholten openen met een stuk over cognitieve gedragstherapie bij geesten, djinns en magie. Het zijn verschijnselen waar mensen lang niet altijd onder lijden. Als ze dat wel doen, biedt CGT uitkomst, zo toont dit stuk overtuigend aan.

De tweede bijdrage is van Jacqueline Bailly en Peter Daansen. De auteurs beschrijven hoe CGT bruikbaar kan zijn voor de behandeling van angstklachten bij kinderen met een autismespectrumstoornis. Hun betoog is vergezeld van een uitgebreide casusbeschrijving, die veel praktische informatie geeft. Een schoolvoorbeeld van een N=1-studie.

De derde bijdrage komt ook uit het klinische veld. In deze bijdrage, geschreven door Colinda Serie, Carola van Tilburg, Arno van Dam en Corine de Ruiter wordt een groepstherapie voor het verbeteren van agressieregulatie bij relationele geweldplegers geïntroduceerd. Ook worden gegevens gepresenteerd die eerste aanwijzingen geven voor de effectiviteit van deze aanpak.

De vierde bijdrage is van Gerjonne Akkerman-Bouwsema, Brenda Biesbroek, Marike Lancel en Coby Gerlsma. Deze biedt een uitvoerig overzicht van agressievragenlijsten en hun bruikbaarheid voor toepassing in de Nederlandse forensisch-psychiatrische praktijk. Het stuk leert ons welke lijsten we het best kunnen gebruiken wanneer we agressieve gevoelens, gedachten, gedrag en veranderingen daarin door behandeling in kaart willen brengen.

Anton Hafkenscheid heeft onmiskenbaar het belang van de therapeutische relatie in CGT en andersoortige psychotherapieën voor het voetlicht gebracht. Zijn recente boek De therapeutische relatie wordt in het laatste artikel uit dit nummer beschreven door Adriaan Sprey en Jan Bernard.

Veel plezier gewenst.

© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam

De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.