Inhoud
Oefenstof voor startende hulpverleners
Samenvatting
Startende gesprekstherapeuten zijn de doelgroep van Fundamentele vaardigheden in gesprekstherapie. Dit boek biedt hun een overzicht van de belangrijke vaardigheden die een psycholoog nodig heeft. Het onderscheidt zich van andere handboeken door de praktische insteek. Per vaardigheid wordt met voorbeelden uitgelegd hoe je deze uitvoert en daarna volgen oefeningen waarmee de lezer zich de vaardigheid verder eigen kan maken. De oefeningen bestaan uit vragen of heel korte vignetten, waarbij je eerst zelf een antwoord moet bedenken en vervolgens de uitwerking kunt lezen die de auteur voorstelt. In de inleiding vergelijkt de auteur dit met de schaakpuzzels die schakers gebruiken om vaardiger te worden. Een voorbeeld van een oefening (uit het hoofdstuk over omgaan met lastige situaties): 'Esmee is sinds een paar weken somber, en de somberheid lijkt steeds erger te worden. Je vraagt je af of er sprake is van suïcidaliteit bij haar. Welke vraag zou je aan haar kunnen stellen om dit te onderzoeken?' (p. 168). Het antwoord dat het boek voorstelt: 'Heb je weleens het idee dat het leven niet meer de moeite waard is? Heb je gedachten aan de dood?' (p. 170).
Bespreking van
Gerrie Bloothoofd (2021). Fundamentele vaardigheden in gesprekstherapie. Boom. 288 pp., € 32,95. ISBN 9789024443147
Het boek beschrijft tien vaardigheden, die volgens de auteur fundamenteel zijn voor het werk van een psycholoog. Het gaat onder andere om: het eerste contact leggen, klachten verhelderen, psychodiagnostisch onderzoek verrichten en het beëindigen van de therapie. Bij de vaardigheden wordt steeds een verband gelegd met theorie op dit gebied. Het hoofdstuk over het opbouwen van een therapeutische relatie gaat bijvoorbeeld uit van de 'rogeriaanse gespreksvoering'. Het hoofdstuk over klachtverheldering bevat een uitwerking van het gebruik van functie- en betekenisanalyses, en is feitelijk een samenvatting van het bekende handboek van Korrelboom en ten Broeke (2016), zoals de auteur ook zelf aangeeft (p. 107).
De insteek van het boek is sympathiek en er valt veel goeds over te zeggen. Voor we dat gaan doen, moeten er echter nog twee kritische noten gekraakt worden. De eerste betreft de selectie van de vaardigheden die als fundamenteel gezien worden. Bij sommige hoofdstukken is gemakkelijk te begrijpen dat het gaat om vaardigheden waarover elke gesprekstherapeut moet beschikken, zoals empathisch aansluiten, uitvragen van suïcidaliteit en het afsluiten van een therapie. In deze hoofdstukken zijn de praktijkoefeningen die worden gegeven ook het meest overtuigend. De auteur heeft echter voor een brede scope gekozen en bespreekt ook vaardigheden waarbij dit minder duidelijk het geval is. Is bijvoorbeeld het uitvoeren van psychodiagnostisch onderzoek, inclusief de zogenaamde 'dynamische profielinterpretatie' (p. 213 ), een fundamentele vaardigheid? Dat is de vraag. In elk geval zijn er veel gesprekstherapeuten die deze vaardigheid niet (meer) toepassen. Dit hoofdstuk lijkt daarom hooguit nuttig voor wie – bijvoorbeeld na de gz-opleiding – psychodiagnostiek als taak heeft. Hetzelfde geldt voor het al genoemde hoofdstuk over functie- en betekenisanalyses. De toepassing hiervan is een must voor gedragstherapeuten, maar wat kan een hulpverlener ermee die geen gedragstherapie toepast? De brede scope van het boek roept daarnaast de vraag op waarom andere vaardigheden dan niet besproken worden die volgens ons minstens zo fundamenteel zijn, zoals de inzet van e-health, het toepassen van behandelrichtlijnen, en het toepassen en interpreteren van effectmetingen. De tweede kritische noot betreft de bespreking van de rol van de DSM. De auteur sluit aan bij de actuele – en vaak terechte – kritiek op de DSM, maar gaat daar wel erg ver in mee. Zo lezen we in het boek dat classificaties voornamelijk worden opgesteld voor de zorgverzekeraar, dat je ze vooral niet in de huisartsbrief moet vermelden en dat je ze in het gesprek met de patiënt zo min mogelijk moet benadrukken (pp. 24-25). Startende hulpverleners zouden meer geholpen zijn met een genuanceerde visie. Een kritisch gebruik van de DSM vergemakkelijkt het gesprek tussen hulpverleners en geeft hun, maar ook cliënten zelf, toegang tot belangrijke informatiebronnen.
Tijdens het lezen van Fundamentele vaardigheden in gesprekstherapie werd ik (VB) mij ervan bewust dat ik al een tijd niet meer behoor tot de primaire doelgroep van het boek. Gelukkig vond ik in Eveline Hendrix, een startende collega, iemand die mij wilde helpen bij het schrijven van deze recensie. Na het lezen van het boek schreef ze: 'De beginnende gedragswetenschapper maakt met grote regelmaat situaties mee waarin we even twijfelen aan onszelf of handelingsverlegen raken. Neem bijvoorbeeld de volgende situaties: het voeren van eerste kennismakingsgesprekken, wanneer een cliënt boos op je wordt tijdens een gesprek, praten over een mogelijke suïcidepoging of een seksueel getinte opmerking die een cliënt maakt. Dit is maar een kleine greep uit situaties die zich voor kunnen doen waardoor we soms even niet weten hoe we moeten handelen. Fundamentele vaardigheden in gesprekstherapie is een interessant boek met handige tips. Het is verhelderend om mogelijke antwoorden te lezen en het boek biedt inzicht in verscheidene situaties. Het is een boek dat iedereen zou kunnen lezen die therapie biedt en/of gesprekken met cliënten heeft. Het is op een eenvoudige wijze geschreven, beschrijft bekende situaties en geeft duidelijke mogelijke antwoorden. Het boek biedt handvatten en daardoor meer zekerheid over hoe te handelen in specifieke situaties. Vrijwel ieder onderdeel in het therapieproces komt aan bod. Zeer nuttig, leest makkelijk weg en een must-have voor de startende gedragswetenschapper.'
Deze reactie illustreert dat het boek voorziet in een behoefte bij startende hulpverleners en daarom kunnen we het hun van harte aanbevelen. Ook leent het boek zich goed voor onderwijssituaties, met name door de vele korte opdrachten, die de opleideling aanzetten om actief met de stof aan de slag te gaan.
Literatuur
- Korrelboom, K., & ten Broeke, E. (2016). Geïntegreerde cognitieve gedragstherapie: Handboek voor theorie en praktijk. Coutinho.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Inloggen VGCt en VVGT
Leden van de VGCt en de VVGT loggen in via de site van hun vereniging. Als u op die site bent ingelogd als lid, vindt u daar een button naar het Tijdschrift voor Gedragstherapie.
English
Behavioral Therapy: Journal for Behavioral Therapy and Cognitive Therapy ISSN 0167-7454
Information in English can be found here.